Verkeersveiligheid » Wanneer moet ik de bus…

Wanneer moet ik de bus voorrang verlenen?

Reikwijdte van de voorrang

Ten eerste moet je weten dat je enkel in de bebouwde kom voorrang moet verlenen. Buiten de bebouwde kom is het dus de bus die voorrang moet verlenen om zich weer in het verkeer te begeven.

Je rijdt in de bebouwde kom wanneer je je in een bebouwd gebied bevindt. Bij het binnenrijden staan de verkeersborden F1a of F1b en bij het buitenrijden de verkeersborden F3a of F3b. In de praktijk zijn al onze steden en gemeenten, maar ook dorpjes of wijken buiten het centrum uitgerust met deze verkeersborden.

Vervolgens geniet de buschauffeur enkel van dit voorrecht als hij correct zijn intentie om te vertrekken met zijn richtingaanwijzers te kennen geeft.

Weet dat je richtingaanwijzers aanzetten niet volstaat als geldige aankondiging als je GELIJKTIJDIG begint te rijden. Om andere bestuurders niet te verrassen, moeten de richtingaanwijzers een aantal seconden knipperen voor het verlaten van de halteplaats.

Tot slot is voorrang nooit absoluut. De buschauffeur kan dus niet blind gebruik maken van deze voorrang. Hij mag bijvoorbeeld zijn halte niet verlaten wanneer hij vaststelt dat een voertuig zich op gelijke hoogte bevindt of aan een inhaalmanoeuvre begonnen is. De rechtspraak is hierover duidelijk. Het maakt deel uit van ieders taak om voorzichtig te zijn: ook een buschauffeur moet ongevallen vermijden.

Hoe moet je als automobilist reageren?

Andere bestuurders die een stilstaande bus inhalen, moeten ook uiterst voorzichtig zijn en niet enkel in de bebouwde kom. Ongeacht waar, is het doel van een bus mensen te laten op- en afstappen, waarvan sommigen de weg moeten oversteken. Geen enkele automobilist kan beweren dat hij dat niet weet wanneer hij begint in te halen.

Bovendien is een bus een breed en lang voertuig. Als je hem voorbij wilt steken, moet je de haalbaarheid goed inschatten in functie van de tegenliggers…

Kortom, er zijn twee zaken waarmee een automobilist rekening moet houden wanneer hij in de bebouwde kom een stilstaande bus nadert:

  • Als de buschauffeur zijn richtingaanwijzers niet aanzet om aan te geven dat hij zijn halteplaats wil verlaten, mag de automobilist beginnen in te halen. Voorafgaand moet hij wel zelf zijn manoeuvre aankondigen en ervoor zorgen dat de tegenliggers er niet door worden gehinderd of overstekende voetgangers niet in gevaar worden gebracht.
  • Als de richtingaanwijzers van de bus aangeven dat de chauffeur weer wil vertrekken, heeft de automobilist geen keuze. Hij moet voorrang verlenen.

Busstrook en bijzonder overrijdbare bedding

Een ander voorrecht is dat de wegbeheerder een deel van de rijweg of openbare weg voor het openbaar vervoer kan reserveren. Het gaat dan om een busstrook of een bijzonder overrijdbare bedding.

In een volgend artikel geven we meer informatie over deze twee situaties, zonder al te diep in te gaan op de wettelijke nuances. We bespreken de verplichting van een bestuurder die (conform met de regels of niet) zou willen oversteken, zo’n bedding zou willen gebruiken, voorrang zou willen verlenen aan voertuigen die er al op rijden en die natuurlijk een bus of tram kunnen zijn, maar ook een taxi, een schooltransport, een fiets enz…

Bron : https://www.secunews.be/index.php/nl/thema-s/verkeersveiligheid/3394-wanneer-moet-ik-de-bus-voorrang-verlenen

Alle artikelen, tags en auteurs